Afschaffing verlaagd BTW-tarief op diensten aan agrariërs
Per 1 januari 2018 zijn alle landbouwers verplicht om deel te nemen aan de BTW-regeling. Als gevolg hiervan is met ingang van 1 januari 2018 het verlaagde BTW-tarief op diensten aan agrariërs ook afgeschaft.
Het verlaagde BTW-tarief was van toepassing op de volgende diensten aan landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers:
- de diensten door agrarische loonbedrijven; (hieronder vallen ook diensten die landbouwers aan landbouwers verrichten)
- de diensten door fokinstellingen, instellingen voor keuring en onderzoek en instellingen voor kunstmatige inseminatie, embryotransplantatie daaronder begrepen;
- de diensten door boekhoud- en belastingadviesbureaus;
- het bewaren, drogen, koelen, ontsmetten, schonen, sorteren en verpakken van goederen welke de in de aanhef bedoelde personen in hun vermelde hoedanigheid hebben voortgebracht of geteeld, alsmede het vervoer van die goederen naar veilingen.
Degenen die bovengenoemde diensten verrichten, moeten met ingang van 1 januari 2018 het algemene BTW-tarief van 21% in rekening brengen. Diensten die zijn verricht en afgerond in 2017 kunnen nog met 6% BTW gefactureerd worden.
Enkele voorbeelden van diensten die met ingang van 1 januari 2018 vallen onder het algemene BTW-tarief van 21% zijn:
- aanleg van drainage;
- reinigen van sloten, tochten en greppels;
- agrarisch loonwerk (harken, wiersen, inkuilen ruwvoer en dorsen van granen) (ook wanneer dit door zzp’ers wordt verricht);
- melken;
- schoonspuiten en desinfecteren van stallen voor vee;
- mest afnemen/leveren/uitrijden/injecteren
- boekhoudkundige en fiscale dienstverlening.
Wanneer u ten onrechte het verlaagde BTW-tarief factureert, kan de Belastingdienst u verplichten toch 21% af te dragen. Dit is voor u financieel nadelig.
De ontvanger van uw factuur kan, wanneer deze ondernemer is voor de BTW, de gefactureerde BTW aftrekken als voorbelasting in zijn aangifte omzetbelasting. Per saldo heeft deze dus geen nadeel.